slide2.jpg

Kindcentra 2020In januari 2014 zaten 16 bestuurders uit onderwijs, kinderopvang, jeugdhulp en gemeentebestuur bij elkaar in Utrecht onder voorzitterschap van Gijs van Rozendaal. Deze bestuurders hadden een missie, een verlangen maar over en weer hadden ze ook oordelen en vooroordelen. Ze kenden elkaar niet maar na een bijeenkomst van vijf uur trokken ze gezamenlijk een stevige conclusie.

De komende vier jaar gaan we:

  • uitwerken wat ons ideaal is in de samenwerking tussen kinderopvang, onderwijs, jeugdhulp/-jeugd(gezondheids)zorg en gemeenten zodat we betere voorzieningen voor kinderen realiseren;
  • bezien hoe we deze samenwerking kunnen vergemakkelijken en belemmeringen weg kunnen nemen en kunnen vertalen naar concrete maatregelen die we aan de politiek kunnen voorleggen;
  • uitwerken hoe we in Nederland de vorming van kindcentra juridisch in de wet kunnen verankeren;
  • doorrekenen wat de kosten hiervan zijn, hoe deze kosten gedekt kunnen worden en wat het oplevert;
  • per sector een kopgroep vormen van bestuurders die mee willen werken aan de realisatie van kindcentra. Hoe beter we in staat zijn om in de praktijk de vorming van kindcentra verder te brengen, hoe steviger de grondslag is om de politiek op dit domein ook daadwerkelijk in beweging te krijgen.

Deze groep bestuurders besloot zichzelf als beweging de naam ‘Kindcentra 2020’ te geven, met als subtitel ‘ontwikkel de toekomst’. De gedachte hierachter was dat de voorzieningen voor alle kinderen veel beter ingericht kunnen worden, dat daar niet mee gedraald mag worden en er nú iets moet gebeuren. In aansluiting daarop is ook het ‘Platform Kindcentra’ ontstaan waarin een twintigtal (maatschappelijke) organisaties zich hebben verenigd om de beweging naar kindcentra te stimuleren (ouderorganisaties uit het primair onderwijs en de kinderopvang, vakbonden, sectororganisaties, NOC*NSF, Méér Muziek in de Klas, LKCA, WomenInc et cetera). 
Ruim een maand geleden zijn we het jaar 2020 in gegaan. De vraag is daarom extra pikant: wat voor jaar gaat 2020 worden vanuit het perspectief van Kindcentra 2020: ‘waar staan we nu?’ en ‘wat gaat er gebeuren?’

 

Een terugblik
Bij de vraag ‘waar staan we nu?’ moet als eerste geconcludeerd worden dat met name 2016 een tegenvallend jaar was. In 2015 had de regiegroep Kindcentra 2020 haar visie en integrale uitwerking vastgelegd in het boek ‘Kindcentra 2020; een realistisch perspectief’. In oktober van dat jaar is dit boek aangeboden aan de SER. De SER publiceerde twee adviezen (o.a. ‘Gelijk goed van start’) in lijn met het boek, de Tweede Kamer nam de motie Yücel aan, waarin het kabinet werd opgeroepen maatregelen uit te werken in lijn met het gedachtegoed van Kindcentra 2020. Dat alles resulteerde in een rapport van de ‘Taskforce Kinderopvang-Onderwijs’ onder leiding van mevrouw Monissen met aanbevelingen die aansloten bij Kindcentra 2020. Ook een aantal politieke partijen nam ideeën van Kindcentra 2020 over in de verkiezingsprogramma’s. Maar toen puntje bij paaltje kwam besloot het huidige kabinet om vrijwel niets in het regeerakkoord over te nemen.


Wat is gerealiseerd?
Daarop besloot de regiegroep Kindcentra 2020, samen met het project Pedagogisch PACT de krachten te bundelen in een nieuw vierjarenplan 2018-2021, ’PACT voor Kindcentra’. Kern van het project: we maken ons niet afhankelijk van Den Haag. We focussen ons op het verder brengen van de praktijk en realiseren datgene wat goed is voor kinderen, voor ouders en voor professionals in kinderopvang, onderwijs en jeugdhulp. Deze keuze blijkt een enorme impact te hebben gehad op de praktijk. De resultaten die er nu liggen (en die zeker niet alleen de verdienste zijn van PACT voor Kindcentra) zijn indrukwekkend. Als we het ‘net van de geschiedenis’ ophalen vinden we een rijkdom aan leven, zoals:

  • Een BTW handreiking die aanknopingspunten biedt om onder condities het BTW issue op te lossen.
  • Een landelijk speelveld waarin elke school of grote kinderopvangorganisatie op de één of andere manier bezig is met het versterken van de samenwerking en de vorming van kindcentra. Zeker, er zijn ook locaties waar men het bordje IKC meer als marketingtool heeft opgehangen dan als uitdrukking van een intrinsieke visie. Maar het Oberon rapport ‘Samenwerking in beeld 2’ toont aan dat velen serieus bezig zijn met deze samenwerking en deze willen versterken en verdiepen. De vorming van kindcentra is geen modeverschijnsel maar een ankerpunt om naar toe te werken.
  • Een Manifest kinderopvang, geïnitieerd vanuit de kopgroep kinderopvang en opgesteld door BMK, BK en BOinK. Dit manifest is een forse stap vooruit in de positionering van kinderopvang als volwaardige partner in de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang. Een beroepsbeeld Medewerker Integraal Kindcentrum. Het beroepsbeeld laat zien welke rollen in kindcentra aanwezig kunnen zijn. Het biedt een team inzicht om te komen tot een samenhangend geheel van rollen en taken en met doorgaande carrière mogelijkheden.
  • Er is veel kennis opgedaan over de transitie naar kindcentra. De vraag hoe interprofessionele samenwerking vorm te geven is niet eenvoudig te beantwoorden. Het is een kwestie van lef maar ook van het hebben van een lange adem, van vallen en opstaan maar vooral ook van de overtuiging dat je daarmee veel beter aan kunt sluiten op de ontwikkelingsbehoefte van elk afzonderlijk kind. Vanuit de wetenschapstafel van PACT voor Kindcentra is een viertal wetenschappelijke onderzoeken gepubliceerd die ons het nodige hebben geleerd. Maar er zijn ook prachtige filmpjes gemaakt waarin onder meer kinderen vertellen over hun kindcentrum.

Wat staat ons te wachten?
Bij de vraag ‘wat gaat er gebeuren’ is er door PACT voor Kindcentra ook een net uitgeworpen. Als we het ‘net van de toekomst’ ophalen is de rijkdom aan leven niet minder:

  • Onze regionale PACT voor Kindcentra ambassadeurs ondersteunen het komende jaar weer veel lokale initiatieven. Ook zullen zij het komende jaar de samenwerking met de ‘verbinders’ van het programma 'Met andere ogen’ versterken, zodat we als vliegwiel voor elkaar kunnen dienen. Samen met ouderorganisaties werken we aan pilots en voorstellen hoe we de ouderbetrokkenheid bij de vorming van kindcentra kunnen versterken. Op steeds meer plekken wordt de samenwerking op locatie gezocht. Hierin lijkt zich een nieuwe trend te ontwikkelen. 2020 lijkt het jaar te worden waar ook steeds vaker vergaande samenwerking op bestuurlijk niveau wordt geformaliseerd. Zo zijn er in de eerste maand van dit jaar al weer verschillende vergaande samenwerkingsovereenkomsten aangekondigd tussen besturen van kinderopvang en onderwijs, waarin jeugdhulp ook vaak een rol speelt.
  • Ook rondom het wegnemen van belemmeringen wordt regelmatig overleg gevoerd met de ministeries van SZW, OCW en VWS. Zo werken we aan een projectvoorstel om te komen tot de ontwikkeling van één integraal toezichtkader. Ook op andere aspecten wordt aan doorbraakvoorstellen gewerkt.
  • Met de vijf sectororganisaties (BK, BMK, SWN, VNG, PO-Raad), BOinK en Kindcentra 2020 werken we aan een gezamenlijke pleitnotitie voor een toegangsrecht voor elk kind van 0-4 jaar.
  • De maatschappelijk druk om onderwijs en kinderopvang anders te organiseren neemt toe. Het huidige lerarentekort dwingt de maatschappij om na te denken over andere oplossingen. Het is niet enkel een kwantitatief probleem of een probleem van salarissen. Het is ook een probleem van werkdruk, gebrek aan autonomie op de werkvloer en van een situatie waar de leraar er telkens alleen voor staat in de klas. Iets meer onder de oppervlakte, maar van nog grotere impact dan het lerarentekort, is het algehele tekort op de arbeidsmarkt en problemen in de structuur van de arbeidsmarkt. Dit heeft tot gevolg dat voor het eerst ook grote werkgeversorganisaties nut en noodzaak beginnen te voelen van een steviger fundament voor de voorzieningen voor jonge kinderen. Zowel de WRR als de commissie Borstlap hebben recent hun visie gegeven op de toekomst van werk. Beide rapporten geven aan dat de voorzieningen rondom kinderen beter moeten. Dit wordt expliciet benoemd, zij het als globaal te signaleren probleem. Een aantal prominente bestuurders van grote werkgeversorganisaties heeft zich verenigd in het platform ‘De toekomst van de arbeid’. Kindcentra 2020 is, samen met de sectororganisaties die verbonden zijn met de kopgroepen van de regiegroep (VNG, BMK, PO-raad) toegetreden tot dit platform. Vanuit dit platform werken we nu aan een voorstel om te komen tot één visie op hoe de voorzieningen van 0-12 jaar te organiseren. Een voorstel dat zich richt op een oplossing voor het lerarentekort, een voorziening waar voor kinderen van 0-6 jaar de focus ligt op een ontwikkelingsgerichte omgeving en waarbij voor kinderen van 6-12 jaar de focus ligt op een dagvenster van vijf dagen per week wat de mogelijkheid biedt voor brede talentontwikkeling (waarbij ontwikkeling op maat en regie op het eigen leerproces de kern vormen). Het is van groot belang dat ook de werkgevers in Nederland zich hard gaan maken voor een beweging in deze richting. Eind van het tweede kwartaal van 2020 zal het platform ‘De toekomst van de arbeid’ met zijn conclusies naar buiten komen.
  • In het verlengde hiervan zullen we dit jaar een gerichte lobby richting de verkiezingen in maart 2021 voeren. De exacte plannen hiervoor worden nog uitgewerkt. Maar er is een wereld van verschil met 2015 en 2016 door de wetenschap dat deze lobby actief wordt ondersteund door zowel de leden van het ‘Platform Kindcentra’ als van het platform ‘De toekomst van de arbeid’ als van de partijen rondom de pleitnotitie voor een toegangsrecht voor elk kind van 0-4 jaar.
  • Vanuit de wetenschapstafel PACT voor Kindcentra zijn dit jaar vijf nieuwe onderzoeken gestart om nog beter in beeld te brengen wat het effect van kindcentra is op de ontwikkeling van kinderen. Ook wordt in overleg met de ministeries en anderen gewerkt aan het verkennen van de mogelijkheden om een groot longitudinaal onderzoeksprogramma op te zetten.

Ontwikkel de toekomst
Zijn we met onze naamgeving in 2014 ‘Kindcentra 2020; ontwikkel de toekomst’ niet te ambitieus geweest? Hadden we in 2015 een kant en klare uitwerking, dan kon er in 2016 een regeerakkoord liggen, wat dan weer kon leiden tot een wettelijke verankering in 2020, dachten we. Vanuit die optiek zaten we er als regiegroep dus behoorlijk naast. De uitwerking lag er, maar de politiek besloot er even niets mee te doen. Maar een deel van die toekomst werd na 2014 wel degelijk ontwikkeld. In die zin bleek Kindcentra 2020 een goede naam omdat kindcentra in deze tijd niet meer weg te denken zijn. Het draagvlak voor deze ontwikkeling is enorm verbreed. De vraag of kindcentra een modegril zijn of slechts een marketingterm is ondubbelzinnig beantwoord: de ontwikkeling van kindcentra is een blijvertje en vormt een inspirerend perspectief voor een andere inrichting van de samenhang tussen kinderopvang, jeugdhulp en onderwijs. De vraag of en hoe zich dat in 2021 in politiek beleid vertaalt wordt nog een spannende.

Gijs van Rozendaal
Voorzitter van de regiegroep Kindcentra 2020 en PACT voor Kindcentra